Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gemeente Breda door een aantal onjuistheden in het taxatierapport de juistheid van de vastgestelde WOZ-waarde niet aannemelijk maakt. 

X is eigenaar en tevens gebruiker van een twee-onder-één-kapwoning met garage, gelegen in de gemeente Breda. X vindt de WOZ-waarde 2010 van zijn woning te hoog en bepleit een verlaging van € 401.000 naar € 380.000.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gemeente Breda door een aantal onjuistheden in het taxatierapport de juistheid van de vastgestelde WOZ-waarde niet aannemelijk maakt. De rechtbank oordeelt dat in het taxatierapport van de gemeente is uitgegaan van een te kleine inhoud bij de referentiewoningen en daarmee met een te hoge prijs per m³. De gemeente is er namelijk ten onrechte van uitgegaan dat deze woningen beschikken over een (aparte) aanbouw, terwijl de inhoud van deze ruimten in werkelijkheid behoort tot de hoofdbouw. Verder is het zo dat referentiewoning 7 toen deze werd verkocht nog geen dakkapel en afgewerkte zolder bevatte en vergelijkingswoning 5 geen inpandige garage had. Gelet op het voorgaande heeft de gemeente niet voldaan aan haar bewijslast. X maakt echter ook niet aannemelijk dat de waarde € 380.000 moet zijn. De rechtbank besluit de WOZ-waarde vast te stellen op € 390.000.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 7 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen