X leeft inmiddels weer samen met zijn ex-echtgenote en hun drie kinderen. Rechtbank Breda oordeelt dat X met kwitanties en een verklaring van de ex niet aannemelijk maakt dat hij in belangrijke mate heeft voorzien in het levensonderhoud van zijn kinderen.

Belanghebbende, X, is in 2000 gescheiden en door de rechtbank veroordeeld tot het betalen van alimentatie voor zijn drie kinderen. X stelt dat hij daartoe in 2009 maandelijks €790 aan zijn ex- echtgenote in contanten heeft betaald. Vanaf 5 januari 2011 staat X weer ingeschreven op het adres van de ex- echtgenote. X verklaart dat hij gewoon is zijn gehele loon meteen na de overschrijving op zijn bankrekening, van de bank op te nemen. De door X in zijn aangifte IB over 2009 geclaimde uitgaven voor levensonderhoud van kinderen jonger dan 30 jaar accepteert de inspecteur niet.

Rechtbank Breda oordeelt dat de inspecteur de aanslag tot op juiste hoogte heeft opgelegd. Met het enkel overleggen van door zijn ‘ex-echtgenote' ondertekende kwitanties waaruit de contante betaling van de bedragen van €790 blijkt, en een door hen beiden pas in november 2011 opgestelde verklaring waarin dat bedrag wordt toebedeeld aan de drie kinderen, heeft X niet aannemelijk gemaakt dat hij in 2009 in belangrijke mate heeft voorzien in het levensonderhoud van zijn kinderen. X is nooit bereid geweest bankafschriften te overleggen. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.  

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 2

Wet inkomstenbelasting 2001 6.13

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 18 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen