Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat Nederland rekening dient te houden met de persoonlijke omstandigheden van X. Het in Duitsland in aanmerking genomen belastbare inkomen is onvoldoende om de Duitse tegemoetkomingen te effectueren.

X woont met zijn echtgenote gedurende 2015 in Duitsland en ontvangt vanuit Nederland een AOW-uitkering en een pensioenuitkering van Stichting Spoorwegpensioenfonds. Slechts € 1586 van de pensioenuitkering wordt in Duitsland in de heffing betrokken. Derhalve wordt geen rekening gehouden met zijn persoonlijke en gezinsomstandigheden en kan X zijn hypotheekrente en zorgkosten in Duitsland niet volledig aftrekken. De inspecteur weigert de aftrek van deze kosten bij het opleggen van de aanslag IB/PVV 2015. X doet een beroep op de Schumacker-doctrine en stelt dat Nederland bij het vaststellen van het inkomen rekening dient te houden met zijn persoonlijke en gezinsomstandigheden. In hoger beroep is onder andere in geschil of belanghebbende recht heeft op persoonlijke tegemoetkomingen op grond van het Unierecht.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat Nederland rekening dient te houden met de persoonlijke en gezinsomstandigheden van X. Het in Duitsland in aanmerking genomen belastbare inkomen is namelijk niet voldoende om alle in Duitsland geldende tegemoetkomingen, die verband houden met de persoonlijke situatie van X, in aanmerking te nemen. X' hoger beroep is gegrond.

Lees ook het thema Buitenlandse belastingplicht in de inkomstenbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 12

Wet inkomstenbelasting 2001 7.8

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Editie: 11 april

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

1104

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen