Belanghebbende, X, verdient loon uit dienstbetrekking als geestelijk verzorger en geniet daarnaast inkomsten als predikant. In zijn aangifte ib/pvv 2017 vermeldt X een kostenaftrek van € 8812. Volgens een eerste standpunt van de inspecteur mag X slechts € 5976 aftrekken. Bij het opleggen van de aanslag volgt de inspecteur het tweede standpunt, namelijk een aftrek van € 2639. In geschil is of de inspecteur gehouden is aan het eerste voornemen tot afwijken op grond van het vertrouwensbeginsel.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in navolging van de rechtbank dat sprake is van een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel, omdat de inspecteur een uitlating heeft gedaan waaruit X redelijkerwijs mocht afleiden dat hij recht had op een kostenaftrek van € 5976. Ook wordt er geen voorbehoud gemaakt dat de inspecteur nog op dit voornemen terug zou kunnen komen of dat de aftrekbaarheid van de kosten nogmaals beoordeeld zou worden. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.16
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 13 februari
Informatiesoort: VN Vandaag