Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heer X aannemelijk maakt dat de auto vanaf de datum van de export naar Bosnië en Herzegovina tot oktober 2015 niet in Nederland was maar ter beschikking stond van de neef buiten Nederland. De boete wordt gematigd tot 27%.
De heer X woont sinds 1994 officieel in Nederland. Op 22 juni 2016 wordt geconstateerd dat hij gebruik maakt van de weg met een auto met buitenlands kenteken. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over het tijdvak 14 augustus 2014 tot en met 21 juni 2016, alsmede de verzuimboete. Niet meer in geschil is dat de aanslag en de boete elk niet hoger kunnen zijn dan € 1092. Volgens X is de auto op 14 augustus 2014 geëxporteerd naar Bosnië en Herzegovina om deze cadeau te doen aan een neef die voor de vader van X zorgde.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X aannemelijk maakt dat de auto vanaf de datum van de export tot oktober 2015 niet in Nederland was maar ter beschikking stond van de neef buiten Nederland. Het is echter niet duidelijk wanneer de auto terug naar Nederland is gekomen. Deze onduidelijkheid is voor risico van X. X maakt niet aannemelijk dat de auto hem in een of meer tijdvakken tussen 1 oktober 2015 en 21 juni 2016 niet in Nederland ter beschikking stond. Het doet er niet toe of hij de auto al dan niet heeft gebruikt. De boete wordt gematigd, omdat de naheffing is gebaseerd op een bewijsvermoeden over de duur van het houderschap. Alle omstandigheden in aanmerking genomen, wordt een boete van 30% passend en geboden geacht. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn wordt deze nog eens met 10% gematigd.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 30 december