Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het niet aanwezige kasgeld van het wintercircus terecht bij het bestuur van de stichting heeft belast als resultaat uit overige werkzaamheden. 

Belanghebbende, X, is penningmeester bij een stichting die een zogeheten wintercircus organiseert. Nadat de inspecteur haar heeft gewezen op de administratieplicht, laat de stichting met terugwerkende kracht alsnog jaarstukken opmaken voor de jaren vanaf 2003. Uit deze jaarstukken in combinatie met boekenonderzoeken blijkt volgens de inspecteur dat er kasgeld is onttrokken aan het vermogen van de stichting. In geschil is of de inspecteur het niet aanwezige kasgeld terecht (voor de helft) bij X heeft belast als resultaat uit overige werkzaamheden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het niet aanwezige kasgeld van het wintercircus terecht bij X heeft belast als resultaat uit overige werkzaamheden. De inspecteur is terecht uitgegaan van de juistheid van de jaarstukken van de stichting die zijn opgemaakt op basis van de door X zelf overgelegde bescheiden. De inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat X kasgeld heeft ontrokken aan het vermogen van de stichting. Het is volgens de rechtbank echter niet aannemelijk dat X en de voorzitter van de stichting in 2008 het gehele op de balans per 31 januari 2009 staande kassaldo (minus het aanwezige kassaldo) hebben onttrokken. Omwille van de eenvoud stelt de rechtbank de onttrekking over 2008 vast op de aangroei van het kassaldo volgens de jaarrekening 2008. De onttrekking die aan X kan worden toegerekend bedraagt dan € 28.669 in plaats van het door de inspecteur berekende bedrag van € 153.694.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 22 januari

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen