Thans concludeert Rechtbank Zeeland-West-Brabant wederom tot het stellen van, aanvullende, prejudiciële vragen. De rechtbank wijst er daarbij op dat een nieuwe zaaksoverstijgende kwestie is opgekomen door een rechtsoverweging uit het Fidelity Funds-arrest.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een aantal voorbeelden gegeven van de toepassing van de aangepaste btw-regeling voor waardebonnen. Dit naar aanleiding van de vragen vanuit de Tweede Kamer.

Advocaat-generaal Wattel is van mening dat het systeem van zuiveringsheffing wel degelijk een niet te rechtvaardigen discriminatie van tweepersoonshuishoudens met zich meebrengt. Gelet op het geringe financiële belang  (circa € 58 per jaar) ziet de A-G echter geen reden voor de rechter om in te grijpen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de automatische afmelding in een parkeerapp voor rekening en risico van de parkeerder komt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting ondanks een verkeerde zonekeuze. X verklaart geloofwaardig dat zij de parkeerapp te laat heeft uitgezet, waardoor de verschuldigde parkeerbelasting alsnog effectief is voldaan.

Hof Amsterdam oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd zonder de reeds betaalde parkeerbelasting te verrekenen.

Hof Amsterdam oordeelt dat X de heffingsambtenaar terecht herinnert aan zijn onvoorwaardelijke toezegging tijdens een eerdere zitting bij het hof over de aanslag 2020. De toezegging houdt in dat de heffingsambtenaar ambtshalve de reeds opgelegde aanslagen precariobelasting voor de verhuurde woonboot vernietigt.

Hof Amsterdam oordeelt, in navolging van de rechtbank, dat X niet mocht vertrouwen op de informatie van een parkeermeter op anderhalve kilometer van de plaats waar hij parkeerde. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar met het gebruik van Taxatiewijzers de WOZ-waarde van de onroerende zaak van X niet te hoog heeft vastgesteld. De heffingsambtenaar heeft het object terecht afgebakend als niet-woning. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof ’s-Hertogenbosch sluit zich aan bij het oordeel van de rechtbank dat de aanslagen forensenbelasting terecht zijn opgelegd op basis van de periode dat een vakantiewoning X ter beschikking staat.