Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat zij een lening in Zwitserse franken is aangegaan bij de aankoop van de woning. De door de inspecteur vastgestelde eigenwoningschuld is dan ook correct.

Belanghebbende, X, koopt in 2005 een woning van haar vader. In de akte van levering wordt een koopprijs van € 190.000 vermeld en € 13.600 aan bijkomende kosten. X verleent een recht van (tweede) hypotheek voor een bedrag van  € 358.220 aan Stonebridge. De jaarlijkse hypotheekrente hierop bedraagt ruim € 28.000. In haar IB-aangiften vermeldt X een eigenwoningschuld van € 358.220 en brengt ze € 28.000 aan rente in aftrek. De inspecteur corrigeert de aangifte. Hij accepteert een eigenwoningschuld van € 203.600 en € 16.540 aan renteaftrek. X stelt dat zij bij de aankoop van de woning van haar vader ook een lening van haar vader van CHF 576.214 heeft overgenomen, en dat dit bedrag moet worden omgerekend naar euro's (€ 358.220).

Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat zij een lening in Zwitserse franken is aangegaan bij de aankoop van de woning. Ook stelt het hof vast dat X haar stelling, dat zij de rente in Zwitserse franken zou hebben voldaan, op geen enkele wijze heeft onderbouwd. Uit de stukken blijkt volgens het hof namelijk dat de rente in euro's in rekening is gebracht. Volgens het hof is de inspecteur terecht uitgegaan van een een eigenwoningschuld van € 203.600 en heeft hij dan ook terecht slechts € 16.540 aan hypotheekrente in aftrek toegelaten.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.119a + 3.120

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 14 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen