De Hoge Raad oordeelt dat uit de gedingstukken niet blijkt dat het hof een kopie van het door de inspecteur ingediende verweerschrift aan X heeft gezonden. Volgt verwijzing voor een onderzoek van de zaak in volle omvang.

X en haar partner Y wonen tot 28 mei 2018 in een woning. Deze wordt door hen tot deze datum aangemerkt als eigen woning. Zij kopen een nieuwe woning, die vanaf 28 mei 2018 wordt aangemerkt als eigen woning. Volgens de inspecteur hebben X en Y de kosten met betrekking tot deze woningen ten onrechte meerdere keren afgetrokken. Aan Y is daarom een navorderingsaanslag opgelegd. In geschil is de definitieve aanslag van X over 2018. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de inspecteur het gecorrigeerde saldo van de inkomsten en aftrekposten terecht verdeeld over X en Y overeenkomstig de door hen bij hun aangiften in aanmerking genomen verdeling. X stelt in cassatie onder meer dat de beginselen van een goede procesorde zijn geschonden, omdat het hof geen kopie van het door de inspecteur ingediende verweerschrift aan haar heeft gezonden, zodat zij niet heeft kunnen reageren op het standpunt dat de inspecteur daarin heeft ingenomen.

De Hoge Raad oordeelt dat uit de gedingstukken niet blijkt dat het hof een kopie van het door de inspecteur ingediende verweerschrift aan X heeft gezonden (vgl. HR 15 oktober 1952, ECLI:NL:HR:1952:51, BNB B 9290 en HR 8 juli 1980, ECLI:NL:HR:1980:AW9936, BNB 1980/240). Het beroep van X is gegrond. De uitspraak van het hof kan niet in stand blijven. Volgt verwijzing naar Hof ’s-Hertogenbosch voor een onderzoek van de zaak in volle omvang. De overige klachten behoeven geen behandeling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:37

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 28 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

224

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen