Door de invoering van de Wet differentiatie overdrachtsbelasting per 1 januari 2021 geldt voor de verkrijging van woningen onder bepaalde voorwaarden een verlaagd tarief van 2% of een startersvrijstelling voor de overdrachtsbelasting. De Staatssecretaris van Financiën heeft enkele goedkeuringen bij het toepassen van deze bepalingen gegeven.

Een van de voorwaarden voor het toepassen van het overdrachtsbelastingtarief van 2% en de startersvrijstelling is dat de verkrijger de verkregen woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat gebruiken. Art. 15a lid 5 WBR biedt de mogelijkheid om rekening te houden met onvoorziene omstandigheden die zich hebben voorgedaan na het tijdstip van de verkrijging van de woning.

Het komt echter ook voor dat zich onvoorziene omstandigheden voordoen na het tijdstip van het ondertekenen van de koopovereenkomst, maar vóór het tijdstip van de verkrijging van de woning. Het gevolg van deze onvoorziene omstandigheden kan zijn dat de verkrijger redelijkerwijs niet in staat is de woning na de verkrijging anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gaan gebruiken. Dit heeft tot gevolg dat bij de verkrijging zowel het 2%-tarief als de startersvrijstelling niet kan worden toegepast. Het 8%-tarief is dan van toepassing. De bewindsman keurt onder voorwaarden goed dat als een verkrijger de woning, als direct gevolg van een onvoorziene omstandigheid die zich heeft voorgedaan ná het sluiten van de koopovereenkomst, maar vóór het tijdstip van de verkrijging, niet anders dan tijdelijk als hoofdverblijf in gebruik zal nemen, de verkrijger geacht wordt de woning na de verkrijging anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te hebben gebruikt.

Daarnaast keurt de bewindsman onder voorwaarden goed dat de verkrijgingen op dezelfde dag van de blote eigendom en een beperkt recht met betrekking tot dezelfde woning, voor de toepassing van de startersvrijstelling, kunnen worden aangemerkt als één verkrijging van die woning als hierdoor de volle eigendom van die woning in handen komt van dezelfde verkrijger.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 8 juli 2021. Voor verkrijgingen in situaties als hiervoor bedoeld, die hebben plaatsgevonden in de periode van 1 januari 2021 tot 8 juli 2021 kan een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule worden gedaan. De staatssecretaris zal dan met overeenkomstige toepassing van de voorwaarden beoordelen of het 2%-tarief of de startersvrijstelling kan worden toegepast.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 8 juli

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen