De Staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd dat een goedkeuring bevat betreffende een aanpassingstermijn voor ATR's die vanwege de invoering van de Wet implementatie wijzigingen Moeder-dochterrichtlijn 2015 hun geldigheid verliezen.

De Staatssecretaris van Financiën keurt goed dat de ontbindende voorwaarde in een reeds afgegeven Advance tax ruling (ATR) inzake het direct vervallen van de ATR bij een relevante wetswijziging tot 1 april 2016 wordt opgeschort. Aan deze goedkeuring zijn enige voorwaarden verbonden, zoals dat belanghebbenden zich voor 1 januari 2016 schriftelijk moeten melden bij het APA/ATR-team van de Belastingdienst/Grote ondernemingen (kantoor Rotterdam) en dat zij hierbij de intentie uitspreken dat zij voor 1 april 2016 zullen voldoen aan de substance eisen.

In principe vervalt de ATR als gevolg van aanpassingen in de Wet VPB 1969 en de Wet Dividendbelasting 1965 die het gevolg zijn van de invoering van de Wet implementatie wijzigingen Moeder-dochterrichtlijn 2015. De goedkeuring voorziet in een korte periode om de ATR aan de eisen betreffende de substance aan te passen.

De staatssecretaris vestigt er de aandacht op dat, omdat er niet is voorzien in overgangsrecht, dividenduitkeringen uit of vervreemdingen van het aanmerkelijk belang of de opbrengst van het lidmaatschapsrecht in de coöperatie in de periode die ligt tussen 1 januari 2016 en het tijdstip dat aan de substance-eisen wordt voldaan, altijd, met inachtneming van de toepasselijke verdragsbepalingen, in de heffing worden betrokken.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 12 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen