Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel ingediend tot goedkeuring van het op 18 november 2015 tot stand gekomen belastingverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en Malta. Het verdrag is opgenomen in Trb. 2015, 196 en Trb. 2016, 124.

Het Verdrag geeft regels die aanwijzen welke van de verdragsluitende partijen bevoegd is om in overeenstemming met zijn nationale wetgeving belasting te heffen over het inkomen van inwoners van één of van beide partijen. Daarnaast regelt het Verdrag, onder meer met het oog op het voorkomen van het ontgaan van belasting, de onderlinge uitwisseling van fiscale gegevens en de mogelijkheid van wederzijdse bijstand bij invordering van belastingschulden. Het Verdrag sluit aan bij het streven naar een uitbreiding van het verdragennetwerk van Curaçao.

Het Verdrag voldoet aan de minimumstandaarden die voortvloeien uit het BEPS-project omdat zowel Malta als Curaçao sinds 2017 partij zijn bij het Multilateraal Verdrag ter implementatie van aan belastingverdragen gerelateerde maatregelen ter voorkoming van grondslaguitholling en winstverschuiving (MLI).

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Belastingen overzeese Rijksdelen

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 20 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen