Tweede Kamer, 20 februari 2014, 33638
Het belastingverdrag is opgenomen in Trb. 2012, 179 en 192 en Trb. 2013, 84. Het verdrag is aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal onderworpen. Het verdrag geeft regels die aanwijzen welke staat bevoegd is om belasting te heffen van het inkomen van inwoners van één of beider staten. Dit om dubbele belasting te voorkomen. Daarnaast regelt het verdrag de onderlinge uitwisseling van fiscale gegevens. Het verdrag past volgens de indieners in het netwerk van belastingverdragen die Nederland is aangegaan. Ook is het verdrag in lijn met de uitgangspunten die in het bijzonder voor ontwikkelingslanden uiteen zijn gezet in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011.