Stichting X beheert een fonds voor (ex-)werknemers. In geschil is of de door Stichting X gedane uitkeringen moeten worden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking en zo ja, of de uitkeringen onder de fondsenvrijstelling vallen. Advocaat-Generaal (A-G) Niessen heeft op het door Stichting X ingestelde cassatieberoep een conclusie genomen. A-G Niessen concludeert dat de uitkeringen van Stichting X in de sfeer van de dienstbetrekking liggen, omdat meer dan de helft van het fondsvermogen is gefinancierd door de werkgever en de werkgever bovendien een vergaande bemoeienis heeft met het fonds. De uitkeringen zijn onverbrekelijk verbonden met de hoedanigheid van werknemer, waardoor er in overeenstemming met het arrest van de Hoge Raad van 24 juni 2011 (BNB 2011/276) sprake is van loon. De grammaticale interpretatiemethode en die naar de ratio legis leiden in deze zaak tot verschillende uitkomsten wat betreft de toepassing van de fondsenvrijstelling. Conform vaste rechtspraak van de Hoge Raad dient echter met het oog op de rechtszekerheid bij duidelijke bewoordingen de grammaticale interpretatiemethode voorrang te krijgen boven de bedoeling van de wetgever. Op basis van de letterlijke tekst heeft Stichting X mogen verwachten dat de fondsenvrijstelling van toepassing is. Het ligt dan niet voor de hand om een andere uitlegging te kiezen. Het is bovendien niet aan de rechter om een nieuwe norm te bepalen ter zake van de minimale fondsbijdrage voor de werknemers. De A-G adviseert de Hoge Raad het beroep in cassatie van Stichting X gegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 11
Wet op de loonbelasting 1964 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 26 augustus