Hof ’s-Hertogenbosch volgt het oordeel van Rechtbank Oost-Brabant over de afbakening en de adressering van het object van X. De rechtbank oordeelde terecht dat de grieven over de objectafbakening niet thuishoren in de procedure tegen de aanslag watersysteemheffing.

X bestrijdt zijn aanslag watersysteemheffing gebouwd. Hij stelt dat er te veel grond tot zijn perceel wordt gerekend, hetgeen de WOZ-waarde verhoogt die als heffingsgrondslag voor de watersysteemheffing fungeert. Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de grief over de hoeveelheid grond betrekking heeft op de objectafbakening voor de WOZ en dat die grief niet thuishoort in een procedure tegen een aanslag watersysteemheffing. X moet met zijn klachten over de objectafbakening bij de heffingsambtenaar van zijn gemeente zijn en niet bij de heffingsambtenaar van het waterschap. De wetgever heeft deze scheiding bewust gemaakt. Daarnaast vindt de rechtbank de objectomschrijving voldoende duidelijk. X weet kennelijk dat het om zijn woning gaat, ondanks dat het Romeinse cijfer “I” in de objectaanduiding telkens was aangegeven met een “i”. Tot slot is uit niets gebleken dat X voor een onjuist bedrag is aangeslagen. In hoger beroep is in geschil of de objectafbakening juist is en of het adres op het aanslagbiljet juist is.

Hof ’s-Hertogenbosch volgt het oordeel van de rechtbank over de afbakening en de adressering van het object van X. De grieven over de objectafbakening horen niet thuis in de procedure tegen de aanslag watersysteemheffing. De adresaanduiding op de aanslag is voldoende duidelijk. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 117

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Editie: 28 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

47

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen