Advocaat-generaal Koopman bespreekt in een conclusie de vraag of een door de rechtbank buiten beschouwing gelaten stuk een gedingstuk is dat door de griffier van de rechtbank ter beschikking gesteld moet worden aan de griffier van de hogerberoepsrechter.

X is een schipper van een viskotter die onveraccijnsde sigaretten als proviand aan boord heeft genomen. De inspecteur stelt dat deze sigaretten aan land zijn gebracht en doorverkocht en heft tabaksaccijns na. In de procedure speelt de vraag of het FIOD-dossier als gedingstuk moet worden aangemerkt. Rechtbank Noord-Holland had aanvankelijk alleen een selectie van het dossier ontvangen en kort voor de zitting het volledige dossier. Dat was volgens de rechtbank te laat en daarom liet de rechtbank de te laat overgelegde delen van het FIOD-dossier buiten beschouwing. In hoger beroep stuurt de griffier van de rechtbank het volledige procesdossier, inclusief het FIOD-dossier, aan Hof Amsterdam. De inspecteur brengt het FIOD-dossier niet opnieuw in. Het hof oordeelt dat het FIOD-dossier tot de gedingstukken behoort en terecht door de rechtbank aan het hof is gezonden. X klaagt hierover in cassatie.

Advocaat-generaal Koopman bespreekt in een conclusie de vraag of een door de rechtbank buiten beschouwing gelaten stuk een gedingstuk is dat door de griffier van de rechtbank ter beschikking gesteld moet worden aan de griffier van de hogerberoepsrechter. De voorkeur van de A-G gaat ernaar uit om de rechter hierin de vrijheid te geven. Het is wel wenselijk dat de rechter partijen duidelijk maakt welk besluit hij heeft genomen met betrekking tot de stukken waar hij niet meer naar lijkt: legt hij ze wel of niet in het procesdossier? Proceseconomisch heeft het wel in het dossier leggen van die stukken als voordeel dat zij in hoger beroep niet opnieuw hoeven te worden ingediend. De A-G vindt dat het oordeel van het hof in deze zaak geen blijk geeft van een verkeerde rechtsopvatting. Het oordeel is bovendien niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van X ongegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:107

Wet op de accijns 2

Wet op de accijns 51

Instantie: Hoge Raad (Parket)

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 19 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen