Belanghebbende, X, is eigenaar van percelen in de gemeente Aalburg. Op deze grond is door het bedrijf Northern Petroleum Nederland bv, een installatie voor gaswinning geplaatst. In geschil is of tot de onroerende zaak van X behalve de grond ook de gaswinningsinstallatie behoort.
Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de gemeente terecht is uitgegaan van één WOZ-object bestaande uit grond en opstallen tezamen. De rechtbank baseert zijn oordeel op de hoofdregel van art. 5:20 lid 1 onderdeel e Burgerlijk Wetboek (BW), welk artikel inhoudt dat de eigenaar van de grond door natrekking ook eigenaar is van de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd. In situaties als de onderhavige werden in het verleden deze natrekkingsregels doorbroken (zie HR 17 november 1982, nr. 21.248, BNB 1983/41), maar hieraan is een einde gekomen door de vervanging van de Mijnwet 1810 door de Mijnbouwwet op 1 januari 2003. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Rotterdam
Editie: 18 mei