Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op de inkomensafhankelijke combinatiekorting en (verhoogde) alleenstaande-ouderkorting. Haar kleinkind, tevens pleegkind, kwalificeert in fiscale zin niet als pleegkind omdat niet aan de onderhoudseis wordt voldaan.

Belanghebbende, X, heeft twee dochters. De oudste dochter (A) is in 2011 bevallen van een kind (C). Als kleindochter C door de rechter onder toezicht wordt gesteld, neemt X het kind als pleegkind op in haar gezin. Daartoe sluit ze met een organisatie voor jeugdzorg-onderwijs-onderzoek een pleegcontract. De jongste dochter van belanghebbende (B) staat net zoals C in de Basisregistratie Persoonsgegevens ingeschreven op het woonadres van X. A woont elders. X ontvangt in 2012 een pleegzorgvergoeding voor C van € 6.048. In de IB-aangifte 2012 claimt X een aftrek van € 1.660 aan uitgaven voor levensonderhoud van de jongste dochter en maakt aanspraak op toepassing van de alleenstaande-ouderkorting. De inspecteur legt X een aanslag op conform de aangifte, maar in 2016 verzoekt X om een ambtshalve vermindering en claimt alsnog de (verhoogde) alleenstaande-ouderkorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Als de inspecteur het verzoek afwijst, gaat X in beroep en stelt dat C (ook in fiscale zin) als haar pleegkind moet worden aangemerkt.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat voor de uitleg van het begrip ‘pleegkind’ in fiscale zin kan worden aangeknoopt bij de uitleg van het begrip ‘pleegkind’ in de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Op grond van die wet wordt als pleegkind beschouwd het kind dat als eigen kind wordt opgevoed en onderhouden, zodat naast een opvoedingseis een onderhoudseis geldt. Het hof oordeelt dat niet wordt voldaan aan de onderhoudseis omdat een zeer substantieel deel van de onderhoudskosten van de kleindochter (door X gesteld op totaal € 8.838) niet door X wordt gedragen maar wordt vergoed via de pleegzorgvergoeding. C kwalificeert voor de IB daarom niet als pleegkind. De inspecteur heeft het verzoek van X terecht afgewezen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 1.4

Wet inkomstenbelasting 2001 8.15

Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 3 oktober

116

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen