Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat het inkomensrenseignement van B bv onjuist is en dat voor de bepaling van het belastbare loon moet worden uitgegaan van het brutoloon, en niet van het nettoloon zoals de heer X betoogt.

Belanghebbende, de heer X, is in 2011 in dienst van B bv. De bv deelt X per brief mee dat zijn salaris vanaf eind maart wordt opgeschort. Volgens het inkomensrenseignement van B bv is het brutoloon van X in dat jaar € 21.400 geweest en is € 4.643 loonheffing ingehouden. In geschil is de IB-aanslag over 2011. X stelt dat hij veel minder loon van B bv heeft ontvangen. Rechtbank Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep en overlegt al zijn bankafschriften. De inspecteur erkent thans dat het inkomensrenseignement van B bv onjuist is.

Hof Den Haag oordeelt dat voor de bepaling van het belastbare loon moet worden uitgegaan van het brutoloon en niet van het nettoloon zoals X betoogt. Het van B bv ontvangen brutoloon wordt verlaagd tot € 9.450, zijnde de netto ontvangen betalingen vermeerderd met de ingehouden loonheffing. Tot het loon behoren ook de door loonbeslagen aan derden gedane betalingen. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 24 mei

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen