Rechtbank Den Haag oordeelt dat de verantwoordelijkheid voor het indienen van de juiste btw-aangiften bij X lag en dat het dus voor haar rekening en risico is dat zij de aangiften aan een ander heeft overgelaten.

Belanghebbende, X, exploiteert vanaf mei 2010 een groothandel. Per 1 januari 2012 is X uitgeschreven uit het Handelsregister en is zij opgeheven. De bestuurder van X had een zakelijke bankrekening geopend op naam van X. Het beheer van deze rekening was aan de heer S overgedragen. S beschikte over de bankpas, pincode, inloggegevens en tancodes. Tijdens een boekenonderzoek komt vast te staan dat X in 2010 en 2011 voor in totaal € 57.410 aan onterechte btw-teruggaven heeft ontvangen. In geschil is de naheffingsaanslag en de vergrijpboete van 50%.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de verantwoordelijkheid voor het indienen van de juiste btw-aangiften bij X lag en dat het dus voor haar rekening en risico is dat zij de aangiften heeft overgelaten aan S. De aangiften zijn namelijk ingediend op naam van X en hiervoor is gebruik gemaakt van de (exclusief) aan de bestuurder van X verstrekte inloggegevens. De naheffing is dus terecht. Er is grove schuld vanwege het uit handen geven van deze inloggegevens. Gelet op de slechte financiële situatie van X wordt de boete gematigd tot € 8.600. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 26 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen