De heer X exploiteert in vof-verband twee growshops. X heeft hierin een winstaandeel van 75%. Daarnaast wordt gehandeld in illegale hennepstekjes. Voor dit laaste is X inmiddels strafrechtelijk veroordeeld. Volgens de inspecteur is op grote schaal in stekjes gehandeld en is de administratie bewust vernietigd. In geschil is de aan X opgelegde ib/pvv-navorderingsaanslag over 2004 ad € 446.135, alsmede de vergrijpboete van 50%. Rechtbank Haarlem oordeelt dat X niet voldoet aan zijn administratieve verplichtingen, zodat de bewijslast moet worden omgekeerd. De schattingen van de inspecteur zijn echter deels onredelijk, aangezien gebruik is gemaakt van te algemene gegevens van Bureau Ontnemingwetgeving Openbaar Ministerie (BOOM). Voorts wordt ten aanzien van de inkoopprijzen overwogen dat X nog niet onherroepelijk is veroordeeld, zodat deze als inkoopkosten aftrekbaar zijn. De boete wordt conform het uiteindelijke standpunt van de inspecteur gematigd tot 25%.
Hof Amsterdam verwerpt het verweer dat slechts gratis werd bemiddeld om klanten van de growshops van dienst te zijn. De handel werd namelijk actief door de vennoten vanuit de growshops georganiseerd. De omkering van de bewijslast geldt niet voor een (privé)transactie van X met betrekking tot een huurrecht. De inspecteur stelt vergeefs dat het huurrecht verplicht ondernemingsvermogen was. Het incidentele hoger beroep van de inspecteur is gegrond, aangezien de strafrechtelijke veroordeling inmiddels onherroepelijk vaststaat. De inkoopkosten worden daarom alsnog gecorrigeerd. De boete wordt verlaagd tot 25% van de navordering berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 71.357.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 9 januari