Hof Amsterdam oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat de verklaring van de getuige niet geloofwaardig is. X kreeg uit voorzorg namelijk geen bankafschriften uit België toegestuurd, zodat het niet aannemelijk is dat die afschriften uit een kluis in haar huis zouden zijn gestolen en aan de omgekochte inspecteur zouden zijn gegeven.
X beschikt volgens de inspecteur over diverse buitenlandse bankrekeningen. X gaat in bezwaar tegen de jegens haar afgegeven informatiebeschikking. Hof Den Haag vernietigt de beschikking, omdat de inspecteur bij het informatieverzoek ten onrechte niet heeft gemeld dat hij al op de hoogte was van de Belgische bankrekeningen van X. Volgens de Hoge Raad (2 juli 2021, 20/01369, V-N 2021/29.16) is de vraag aan X over welke bankrekeningen zij vanaf 1 januari 2003 beschikt een voldoende nauwkeurige omschrijving van hetgeen van haar wordt verlangd. Aan het onvermeld laten van gegevens, waarover de inspecteur al beschikt, kan niet zonder meer het gevolg worden verbonden dat X wordt beperkt in haar mogelijkheden het belang van die vragen voor de belastingheffing te betwisten, of te betogen dat het rechtsgevolg van onherroepelijk worden van de informatiebeschikking niet mag intreden. Volgt verwijzing. X overlegt een getuigenverklaring, waarin staat dat deze getuige bankafschriften van X heeft gestolen en dat een inspecteur is omgekocht om X daarmee kapot te maken.
Hof Amsterdam oordeelt dat de verklaring van de getuige niet geloofwaardig is. X kreeg uit voorzorg namelijk geen bankafschriften toegestuurd, zodat het niet aannemelijk is dat die afschriften uit een kluis in haar huis zouden zijn gestolen. Het verhaal dat de inspecteur de steekpenningen zou hebben gekregen in de parkeergarage van het kantoor van de Belastingdienst in Rosmalen klopt ook niet. Dit inmiddels gesloten kantoor beschikte namelijk niet over een parkeergarage. Het staat wel vast dat X niet voldoende inspanningen heeft verricht om de vragen van de inspecteur volledig te beantwoorden. De informatiebeschikking is rechtsgeldig en de sanctie van de omkering en verzwaring van de bewijslast is gerechtvaardigd. X wordt in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na het onherroepelijk worden van de onderhavige uitspraak de informatie, voor zover deze nog ontbreekt, alsnog aan de inspecteur te verstrekken.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 21 juli