Naar aanleiding van een WOB-/WOO-verzoek heeft de Staatssecretaris van Financiën de Handreiking inzage boetedossier openbaar gemaakt.

In verband met het arrest van het Hof van Justitie EU van 11 maart 2021, C-812/19 (Danske Bank), V-N 2021/13.15, is het besluit heffing van omzetbelasting in verband met een vaste inrichting gewijzigd.

Multinationals met meer dan € 750 miljoen geconsolideerde inkomsten worden verplicht om jaarlijks een afzonderlijk verslag inzake de winstbelasting op te stellen en openbaar te maken. Ook op zichzelf staande ondernemingen met meer dan € 750 miljoen inkomsten, die geen deel uitmaken van een groep, moeten een dergelijk verslag opstellen en openbaar maken. Daartoe heeft Minister Weerwind voor Rechtsbescherming bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend dat hiertoe een EU-richtlijn implementeert.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de beslissing van de strafkamer in de ontnemingsprocedure geen aanleiding geeft om de aan X opgelegde aanslagen te verminderen. De beslissing in de ontnemingsprocedure brengt namelijk niet mee dat de schatting van de inspecteur onredelijk is.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat Nederland rekening dient te houden met aftrekposten die verband houden met de persoonlijke en gezinssituatie van X.

Vanaf begin 2025 kunnen fiscaal dienstverleners via hun eigen aangiftesoftware bezwaar indienen voor hun cliënten tegen aanslagen inkomstenbelasting, omzetbelasting en vennootschapsbelasting. Dat schrijft de Belastingdienst.

A-G Ettema is van mening dat voor de hoogte van de exportteruggaaf bepalend is de BPM die verschuldigd is geworden op het moment dat het belastbare feit is voltooid, zijnde de verschuldigde BPM op de datum van de tenaamstelling. De Hoge Raad zou ook “om” kunnen gaan door te oordelen dat X BV geen procesbelang heeft.