Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is en dat de inspecteur het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Dat X door zijn eigen verzuim teveel MRB heeft betaald is tegenover het uitvoeringsbelang niet onevenredig.
X is van 26-04-2019 t/m 01-09-2020 houder van een kampeerauto. X heeft ongemerkt het tarief voor een personenauto betaald en niet het kwarttarief voor een kampeerauto. Vanwege de drukte bij de overname van zijn bedrijf maakt X te laat bezwaar. De inspecteur beoordeelt het bezwaar ambtshalve en wijst het verzoek om toepassing van het kwarttarief af. X gaat in beroep. In geschil is of X terecht niet-ontvankelijk is verklaard en of X toch recht heeft op toepassing van het kampeerautotarief.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Volgens de rechtbank is het argument van X dat hij druk was met de verkoop van zijn bedrijf geen goede reden om de termijnoverschrijding te verontschuldigen. Het is aan X te wijten dat hij niet wist dat het kwarttarief niet automatisch via de RDW-registratie wordt toegepast, maar dat hij daarvoor een verzoek had moeten doen. Dat X als gevolg van zijn verzuim teveel MRB heeft betaald, is tegenover het uitvoeringsbelang niet onevenredig. Het verlenen van een ruimere terugwerkende kracht leidt tot uitvoeringsproblemen bij de Belastingdienst, omdat de relevante feiten voor het toepassen van de vrijstelling het beste door fysieke waarneming kunnen worden gecontroleerd, zie ook de uitspraak van de Hoge Raad van 2 september 2022, nr. 20/02121, V-N 2022/39.15. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 23a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 18 april