Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de op art. 17 Wet WOZ gebaseerde heffing niet in strijd is met art. 1 van het eerste protocol bij het EVRM. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X is eigenaar van een semi-bungalow. De WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2009 is vastgesteld op € 637.000. Rechtbank Zutphen heeft het beroep van X ongegrond verklaard. In hoger beroep is de waarde in geschil.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 15 januari 2013, 12/00516, V-N 2013/26.22) verwerpt het standpunt van X dat de WOZ-waarde moet worden gevonden door een koopprijs met behulp van wetenschappelijk ontwikkelde methodes te ontdoen van inschattingsfouten van kopers en verkopers. Volgens het hof leidt deze wijze van waardebepaling er niet toe dat het wettelijke waardebegrip van art. 17 lid 2 Wet WOZ wordt gehanteerd. De heffingsambtenaar is er echter niet in geslaagd de vastgestelde waarde aannemelijk te maken. X slaagt daar ook niet in. Het hof stelt de waarde in goede justitie vast op € 600.000.  Het hof verwerpt ook het standpunt van X dat de op het in art. 17 Wet WOZ gehanteerde waardebegrip gebaseerde belastingheffing, een schending oplevert van art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. Ook acht hij het accepteren daarvan door de rechterlijke macht een schending van art. 13 EVRM. Het hof oordeelt dat, anders dan in het arrest van de Hoge Raad van 22 oktober 2010, inzake de toepassing van de zogenoemde Fierensmarge (nr. 08/02324, LJN: BL1943, BNB 2010/335), zich in dit geval niet de situatie voordoet dat een te hoog vastgestelde waarde moet worden gehandhaafd. Voorts bieden de bestuursrechtelijke rechtsmiddelen van bezwaar en beroep belanghebbende de gelegenheid een naar zijn inzicht onjuiste waarde effectief te bestrijden, al dan niet aan de hand van de op grond van art. 40 Wet WOZ verstrekte gegevens. Er is geen grond voor het oordeel dat art. 13 EVRM zo ver strekt dat eerst sprake is van een effectief rechtsmiddel indien aan de belanghebbende meer gegevens worden verstrekt dan waartoe art. 40 Wet WOZ verplicht. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 1

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 1 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen