Hof Amsterdam onderschrijft het oordeel van Rechtbank Alkmaar dat uit de stukken niet valt af te leiden dat de gemeente Bergen enkel beoogde toeristenbelasting te heffen voor overnachtingen met een recreatief karakter. 

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een pand dat zij verhuurt aan haar buitenlandse werknemers. In geschil is of de gemeente Bergen haar terecht een aanslag toeristenbelasting heeft opgelegd. X bv stelt dat de heffing van toeristenbelasting in strijd is met de door de gemeente verwoorde strekking van de toeristenbelasting, namelijk een heffing ter zake van een verblijf met een recreatief karakter.

Hof Amsterdam onderschrijft het oordeel van Rechtbank Alkmaar dat uit de stukken niet valt af te leiden dat de gemeente Bergen enkel beoogde toeristenbelasting te heffen voor overnachtingen met een recreatief karakter. In navolging van de rechtbank verwerpt het hof ook de stelling van X bv dat sprake zou zijn van een onredelijke en/of willekeurige belastingheffing indien de belastingplichtige het niet in zijn macht heeft om de heffing van toeristenbelasting af te wenden door zorg te dragen voor inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie. Ten slotte faalt ook het beroep van X bv op het gelijkheidsbeginsel. Niet aannemelijk is geworden dat in de meerderheid van de gevallen heffing van toeristenbelasting achterwege is gebleven.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 224

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 24 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen