Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een heffing van rioolrecht naar de WOZ-waarde niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De hoorplicht is niet geschonden. X komt wel in aanmerking voor een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Belanghebbende, X, is het niet eens met een aanslag rioolrecht 2009 van de gemeente Nijmegen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een heffing van rioolrecht naar de WOZ-waarde niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het hof verwijst naar HR 15 mei 2009, nr. 07/13148, V-N 2009/24.22 inzake het Nijmeegse rioolrecht 2006. Het hof oordeelt verder dat de heffingsambtenaar in de bezwaarfase de hoorplicht niet heeft geschonden en bevestigt de beslissing van de rechtbank op het punt van de materiële geschil. Als het gaat om de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn komt het hof tot een ander oordeel dan de rechtbank. Anders dan de rechtbank ziet het hof geen goede reden om de termijn voor het beroep in eerste aanleg te verlengen. Nu de rechtbank heeft besloten de zaak niet aan te houden, is een termijnverlenging niet aan de orde. In de fase van bezwaar en beroep in eerste aanleg is de termijn met 28 maanden overschreden. In hoger beroep is de zaak wel aangehouden, maar hiermee rekening houdend is ook in hoger beroep sprake van een termijnoverschrijding, en wel van twee maanden. X komt in aanmerking voor een schadevergoeding van € 2500.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 219

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen