In geschil is de afbakening en de waardering van een tuincentrum met kas, gesplitst in 2 WOZ-objecten. De heffingsambtenaar van de gemeente ’s-Hertogenbosch stelt de WOZ-waarde voor belastingjaar 2015 vast op € 1.259.000 en € 1.049.000. Rechtbank Oost-Brabant stelt de waarde van het tuincentrum in beroep lager vast. X komt in hoger beroep. In hoger beroep neemt de heffingsambtenaar het standpunt in dat het object onjuist is afgebakend . Hij past de afbakening ambtshalve aan. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het tuincentrum te klein is afgebakend en vernietigt de beschikking. Er is sprake van een situatie waarin er twee eigenaren zijn van een niet in zelfstandige gedeelten te splitsen bedrijfsgebouw. Het is gebouwd op de percelen-Kas (eigendom van Beheer) en het perceel-Tuincentrum (zakelijk gerechtigde X). Op grond van art. 16 Wet WOZ dient de heffingsambtenaar aan Beheer en X een WOZ‑beschikking te geven voor het aan elk toebehorende deel van het bedrijfsgebouw en de aan hen, al dan niet krachtens recht van erfpacht, toebehorende grond. De oorspronkelijke objectafbakening van de heffingsambtenaar waarvan tot en met de rechtbankfase is uitgegaan, was correct. Door het object opnieuw af te bakenen en het deel van het bedrijfsgebouw dat in eigendom toebehoort aan X daaruit te halen, is het nieuwe object Tuincentrum te klein afgebakend.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 28 mei