Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de brief van X van 20 maart 2012 ten onrechte heeft beschouwd als een bezwaar tegen de WOZ-beschikking 2011. Uit de tekst van de brief blijkt namelijk dat het een verzoek betreft tot ambtshalve vermindering van de WOZ-beschikking van het jaar 2011. 

Belanghebbende, X, stuurt met dagtekening 20 maart 2012 een brief aan de heffingsambtenaar waarin hij bezwaar maakt tegen de WOZ-beschikking 2012. Verder staat in de brief het volgende: "Voorts verzoek ik u de Woz-beschikking van 28 februari 2011 te herzien ambtshalve, op grond van artikel 4:6 van de Awb (…)". In een uitspraak op bezwaar verlaagt de heffingsambtenaar de WOZ-waarde 2011 van € 1.198.000 naar € 791.000. In beroep oordeelt Rechtbank Noord-Nederland dat de heffingsambtenaar het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk had moeten verklaren.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de brief van X van 20 maart 2012 ten onrechte heeft beschouwd als een bezwaar tegen de WOZ-beschikking 2011. Uit de tekst van de brief blijkt namelijk dat het een verzoek betreft tot ambtshalve vermindering van de WOZ-beschikking van het jaar 2011. De rechtbank heeft, zij het op onjuiste gronden, terecht de uitspraak op bezwaar vernietigd, maar heeft ten onrechte het door de heffingsambtenaar aanwezig geachte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak van de rechtbank kan niet in stand blijven, het hoger beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 maart

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen