Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de rechtsbijstandverlener van X bv op de hoorzitting heeft gewezen op de gevolgen van de ontoereikende machtiging.

Namens belanghebbende, X bv, maakt B bezwaar tegen een aantal WOZ-beschikkingen en aanslagen van Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. In geschil is de ontvankelijkheid van het bezwaar.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de rechtsbijstandverlener van X bv op de hoorzitting heeft gewezen op de gevolgen van de ontoereikende machtiging. Het hoorverslag maakt hier geen melding van. De heffingsambtenaar heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij X bv de gelegenheid heeft geboden om het verzuim bestaande uit het ontbreken van een volmacht, te herstellen. De enkele stelling van de heffingsambtenaar dat van een professionele rechtsbijstandverlener mag worden verwacht dat deze zorgt voor een toereikende machtiging, kan hieraan niet afdoen. Het hof verklaart het hoger beroep van X bv gegrond en draagt de heffingsambtenaar op om opnieuw uitspraak op bezwaar te doen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Algemene wet bestuursrecht 2:1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 1 juni

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen