Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar in beroep mag terugkomen van de waarde die hij in de uitspraak op bezwaar heeft toegekend aan de opstallen.

X is eigenaar en gebruiker van een zorgcomplex. X gaat in beroep en stelt alleen de waarde van de grond ter discussie, X is het eens met de deelwaarde die de heffingsambtenaar heeft aangehouden voor de gebouwde eigendommen. Kort voor de zitting wijzigt de heffingsambtenaar zijn taxatie: hij verhoogt daarin de deelwaarde voor de gebouwde eigendommen van € 664.398 naar € 2.632.394. Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de goede procesorde zich tegen deze standpuntwijziging verzet.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar in beroep mag terugkomen van de waarde die hij in de uitspraak op bezwaar heeft toegekend aan de opstallen. Het staat de heffingsambtenaar vrij om in iedere fase van het geding de door hem verdedigde waarde met nieuwe argumenten te onderbouwen, tenzij dit in strijd is met de goede procesorde. Van dat laatste is in hoger beroep geen sprake, omdat X ruimschoots de gelegenheid heeft gehad op het nadere standpunt van de heffingsambtenaar te reageren. Van strijd met het vertrouwensbeginsel is geen sprake. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar de waarde van de opstallen aannemelijk maakt, maar de grondwaarde niet. Het hof stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 6.900.000. Vanwege de complexiteit van de zaak hanteert het hof onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis voor de PKV de puntenvergoeding van € 759 voor reguliere zaken in plaats van € 541 voor WOZ-zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 8:69

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 15 april

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen