X is gebruiker van een recreatiewoning. De heffingsambtenaar van de gemeente Ommen legt aan hem een aanslag forensenbelasting op. De aanslag blijft in bezwaar en in beroep gehandhaafd. X komt in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk maakt dat X de woning in 2017 op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zichzelf of zijn gezin beschikbaar heeft gehouden. X stelt dat hij in 2017 slechts 79 dagen daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van de woning. Uit de beheerovereenkomst en de beheerdersverklaringen blijkt dat de woning X niet meer dan 90 dagen ter beschikking stond. De heffingsambtenaar heeft hier te weinig tegen ingebracht. Dat de beheerovereenkomst pas op 28 december 2017 is gesloten doet daar niet aan af. Een schriftelijke bevestiging van wat eerder mondeling is afgesproken, is volgens het hof niet op één lijn te stellen met terugwerkende kracht van een gemaakte afspraak. Het hoger beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 23 december