X is eigenaar van een woning in de gemeente Huizen. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2017 vast op € 364.000. Deze waarde blijft in de uitspraak op bezwaar en in beroep bij de rechtbank gehandhaafd. X komt in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. De woning ligt aan de voorzijde aan de ingang van een haven. De heffingsambtenaar heeft € 50.000 extra waarde toegekend vanwege de ligging. Het is door de bijzondere ligging niet mogelijk soortgelijke cijfers te analyseren, aangezien verkoopcijfers rondom de peildatum van woningen met een gelijke ligging ontbreken. De heffingsambtenaar analyseert daarom verkopen van woningen met een vergelijkbare ligging omstreeks de waardepeildatums 1 januari 2008, 1 januari 2013 en 1 januari 2015. Die laten zien dat aannemelijk is dat de kopers op die waardepeildatums bereid waren ten minste € 50.000 extra te betalen voor de bijzondere ligging van die woningen. Dat deze waardepeildatums ver voor de waardepeildatum 1 januari 2017 liggen doet daaraan niet af, omdat de bijzondere ligging sindsdien niet is gewijzigd. Door de omvang van deze extra meerwaarde niet te indexeren maar ongewijzigd vast te stellen op € 50.000, slaagt de heffingsambtenaar in de op hem rustende bewijslast dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 23 december