X is eigenaar van een woning. De WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2012 is vastgesteld op € 745.000. Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep ongegrond.
Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde niet aannemelijk maakt. De heffingsambtenaar gebruikt de factoren kwaliteit (K), onderhoud (O), voorzieningen (V) en ligging (L), om de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten aan te geven. De heffingsambtenaar dient voldoende inzicht te geven in de onderbouwing van de vastgestelde factoren, te meer omdat reeds 1 punt verschil leidt tot een correctie van een (berekende) opstalwaarde met niet minder dan 10%. Volgens het hof onderbouwt de heffingsambtenaar niet alle factoren in relatie tot de woning. De heffingsambtenaar slaagt er ook niet in om aan de hand van concrete en toetsbare gegevens aannemelijk te maken dat de gehanteerde grondstaffel (als onderdeel van het waarderingsmodel voor de waarde van onroerende zaken als geheel) tot een juiste benadering van de waarde van (de grond bij) de woning leidt. Het hof verwerpt de stelling van X dat de rechterlijke motiveringsplicht meebrengt dat op al zijn stellingen en argumenten wordt ingegaan. Volgens het hof volstaat het dat wordt ingegaan op de voor de beslissing relevante stellingen en argumenten. Het hof stelt de waarde op de waardepeildatum 1 januari 2012 in goede justitie vast op € 715.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 27 juli