X heeft de Nederlandse nationaliteit en is namens het ministerie werkzaam in de Verenigde Staten. Nadat X trouwt met een inwoner van de Verenigde Staten krijgt hij in 2019 een verblijfsvergunning en wordt aldaar fiscaal inwoner. In zijn Nederlandse aangifte inkomstenbelasting 2019 geeft X geen belastbaar inkomen aan in Nederland. X stelt dat Nederland geen heffingsrecht meer toekomt op het moment dat hij fiscaal inwoner van de Verenigde Staten is geworden. De inspecteur is van mening dat het inkomen ter heffing aan Nederland is toegewezen en corrigeert de aanslag.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het Nederland niet toegestaan is om inkomensbelasting te heffen over het inkomen van X. Weliswaar is de verdragsbepaling waar een beroep op wordt gedaan niet specifiek gericht op de situatie van X, de tekst van art. 20 van het verdrag over de belastingheffing over inkomen uit overheidsfuncties en de daarin genoemde uitzondering is voldoende duidelijk. De uitzondering is op X van toepassing. Het beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 5 juli