Gemeente X verhuurt voor € 170 per jaar sportvelden aan een voetbal- en een korfbalvereniging. In 2000 verleent X een woonbestemming aan de sportvelden, zodat de sportverenigingen moeten vertrekken. X besluit om een nieuw sportcomplex te realiseren voor de sportverenigingen. Onder leiding van een adviseur wordt vervolgens een constructie opgetuigd. X brengt de voorbelasting in aftrek. De inspecteur is het hier niet mee eens en legt btw-naheffingsaanslagen op. Rechtbank Den Haag oordeelt dat er bij de verkoop van de sportvelden aan de sportverenigingen geen sprake is van normale marktvoorwaarden. De rechtbank overweegt daarbij dat de sportverenigingen de sportvelden hebben verkregen voor een bedrag van € 170 per jaar, de vergoeding die zij in het verleden als huur betaalden. Volgens de rechtbank is er sprake van misbruik van recht. De rechtbank volstaat vervolgens met een herdefiniëring van de vergoedingen, om een situatie te herstellen zoals die zou zijn geweest zonder het misbruik, zonder verder te gaan dan noodzakelijk is om de juiste heffing van btw te verzekeren. Volgens de rechtbank is het niet nodig om, zoals X stelt, met de herdefiniëring de situatie te creëren als ware de sportvelden vrijgesteld verhuurd aan de verenigingen, omdat dit verder gaat dan noodzakelijk is voor het waarborgen van een juiste heffing. In hoger beroep is alleen nog in geschil of de overdrachtsbelasting ten gunste van X moet worden geredresseerd.
Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat er sprake is van misbruik van recht. Anders dan de rechtbank is het hof echter van mening dat herdefiniëring juist in dit geval dient mee te brengen dat een situatie ontstaat dat het sportcomplex niet ter beschikking is gesteld door middel van een levering maar door middel van verhuur. Het hof overweegt daarbij dat het de bedoeling van X en de verenigingen is geweest om de nieuwe sportvelden aan de verenigingen beschikbaar te stellen onder voortzetting van de verhuurafspraken zoals die golden voor de oude sportvelden (verhuur tegen een prijs van € 170 per jaar). X heeft dan recht op teruggaaf van de overdrachtsbelasting.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 16 maart