Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het beroep tegen de tweede uitspraak op bezwaar betreffende invorderingskosten niet-ontvankelijk is.

X heeft een naheffingsaanslag parkeerbelasting ontvangen en is hiertegen in bezwaar gegaan. Na ongegrondverklaring van dit bezwaar en het uitblijven van betaling, zijn invorderingskosten opgelegd. X heeft per e-mail bezwaar gemaakt tegen deze kosten, hetgeen ongegrond is verklaard. Vervolgens heeft de gemachtigde van X nogmaals bezwaar gemaakt tegen dezelfde invorderingskosten, wat eveneens ongegrond is verklaard. De rechtbank heeft het beroep tegen de tweede uitspraak op bezwaar behandeld zonder aanwezigheid van partijen. In geschil is of het beroep tegen de tweede uitspraak op bezwaar over dezelfde invorderingskosten ontvankelijk is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat met de eerste uitspraak op bezwaar de behandeling van het bezwaar tegen de invorderingskosten is geëindigd. Daarom is het beroep tegen de tweede uitspraak op bezwaar, die over hetzelfde onderwerp gaat en zonder tussenkomst van de rechter is genomen, niet-ontvankelijk. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en sluit daarmee de zaak af.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 16 april

Informatiesoort: VN Vandaag

156

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen