Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de herziene aangifte niet kan worden aangemerkt als een ontvankelijk bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2009.

Belanghebbende, X, doet pas aangifte IB/PVV 2009 nadat hij daartoe is aangemaand door de Belastingdienst. Hij dient de aangifte in op 5 maart 2012. Na een boekenonderzoek legt de inspecteur met dagtekening 8 augustus 2012 een aanslag IB/PVV 2009 met boete en beschikking heffingsrente op. Op 11 april 2013 ontvangt de inspecteur een herziene aangifte van X, die hij aanmerkt als (te laat) bezwaar tegen de aanslag.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de herziene aangifte niet kan worden aangemerkt als een ontvankelijk bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2009. De herziene aangifte is immers ruim buiten de bezwaartermijn ingediend. Aan het voorgaande doet niet af dat X de herziene aangifte op verzoek van de inspecteur zou hebben ingediend. X maakt nl. niet aannemelijk dat de inspecteur dit verzoek heeft gedaan, laat staan dat dit verzoek binnen de bezwaartermijn is gedaan. Het hof oordeelt dat de inspecteur het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 9 oktober

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen