De inspecteur verzoekt om herziening van de mondelinge uitspraak van Hof 's-Hertogenbosch van 23 december 2011, nr. 10/00689. Daarin heeft het hof overwogen dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de op of kort voor 24 april 2008 verzonden naheffingsaanslag omzetbelasting X heeft bereikt. Hof 's-Hertogenbosch overweegt dat het feit dat X bij het beroepschrift bij de rechtbank een kopie van de naheffingsaanslag omzetbelasting heeft gevoegd niets aannemelijk maakt omtrent de datum waarop X (de kopie van) de naheffingsaanslag heeft ontvangen. In elk geval maakt dit feit niet aannemelijk dat (de kopie van) de naheffingsaanslag door X is ontvangen voor de mondelinge uitspraak. Op de inspecteur rust de last te bewijzen dat de in artikel 8:88, eerste lid, Awb (oud) bedoelde feiten en omstandigheden aanwezig zijn. Het vasthoudende ongeloof van de inspecteur ten aanzien van de ontkenning van X (dat hij de naheffingsaanslag niet heeft ontvangen) is geen grond tot herziening. Volgens vaste rechtspraak is het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet gegeven om, anders dan op grond van de nova bedoeld in artikel 8:88 Awb (oud) een hernieuwde discussie over de betrokken zaak te voeren en evenmin om een discussie over de betrokken uitspraak te openen. De inspecteur heeft geen feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt die voor de mondelinge uitspraak hebben plaatsgevonden (zoals bedoeld in artikel 8:88, eerst lid, Awb (oud)). Het herzieningsverzoek wordt afgewezen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:88