Belanghebbende, X, en zijn echtgenote zijn de vennoten van een vennootschap onder firma die een Vietnamees specialiteitenrestaurant exploiteert. De inspecteur heeft een boekenonderzoek uitgevoerd en maakt zogenoemde images (kopieën) van de harde schijven van de computers van de VOF waarop het kassasysteem was opgeslagen. X laat de images onderzoeken door C die op 13 oktober 2015 hiervan verslag heeft gedaan. De inspecteur legt aan X navorderingsaanslagen IB/PVV op, waartegen X tot aan de Hoge Raad heeft geprocedeerd. X verzoekt tevergeefs om herziening van dit arrest en vervolgens om herziening van de hofuitspraak in deze procedure. Als novum noemt X de images en de beoordeling daarvan door C.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2019/271) oordeelt dat het herzieningsverzoek te laat is voor zover het niet op de boeten betrekking heeft. X heeft na het novum meer dan een jaar gewacht met het indienen van het herzieningsverzoek. Dit is te lang, dus is het verzoek niet-ontvankelijk. Het verzoek is wel ontvankelijk voor zover het de boete betreft, omdat zo’n verzoek niet aan een termijn is gebonden. Het hof wijst dit herzieningsverzoek af, omdat aan geen van de voorwaarden voor herziening wordt voldaan. De images vormen geen novum.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:119