Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het herzieningsverzoek te laat is voor zover het niet op de boeten betrekking heeft. Voor zover het wel de boeten betreft, is het verzoek weliswaar ontvankelijk maar treft het geen doel. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, en zijn echtgenote zijn de vennoten van een vennootschap onder firma die een Vietnamees specialiteitenrestaurant exploiteert. De inspecteur ​heeft​​ een boekenonderzoek ​uitgevoerd ​en maakt zogenoemde images (kopieën) van de harde schijven van de computers van de VOF waarop het kassasysteem was opgeslagen. X laat de images ​​onderzoeken door C die op 13 oktober 2015 hiervan verslag heeft gedaan. De inspecteur legt aan X navorderingsaanslagen IB/PVV op, waartegen X tot ​aan ​de Hoge Raad heeft geprocedeerd. X verzoekt tevergeefs om herziening van dit arrest en vervolgens om herziening van de hofuitspraak in deze procedure. Als novum noemt X de images en de beoordeling daarvan door C.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2019/271) oordeelt dat het herzieningsverzoek te laat is voor zover het niet op de boeten betrekking heeft. X heeft na het novum meer dan een jaar gewacht met het indienen van het herzieningsverzoek. Dit is te lang, dus is het verzoek niet-ontvankelijk. Het verzoek is wel ontvankelijk voor zover het de boete betreft, omdat zo’n verzoek niet aan een termijn is gebonden. Het hof wijst dit herzieningsverzoek​​ af, omdat aan geen van de voorwaarden voor herziening wordt voldaan. ​​D​e images ​vormen ​geen novum.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:119

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 4 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen