Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv een uitpondingsstrategie heeft gehanteerd. Het hof wijst er hierbij op dat leeggekomen onroerende zaken niet meer werden aangeboden voor de verhuur en dat vele onroerende zaken zijn verkocht.
De activiteiten van X bv bestaan uit de handel in en de exploitatie van onroerend goed. Met de inspecteur is voor de jaren 2000 - 2006 een afspraak gemaakt over de HIR in verband met de behaalde boekwinsten. Op grond van deze afspraak mag X bv 50% van de boekwinst aan de HIR doteren en moet 50% in de winst worden opgenomen. Vanaf het jaar 2007 geldt deze afspraak niet meer. Uit een e-mail van april 2008 blijkt dat de aandeelhouders instemmen met de verkoop van de aandelen X bv. Met het oog op de verkoop wordt vervolgens op 17 april 2008 een principeovereenkomst gesloten met Q bv over de aankoop van de aandelen in X bv. Eind 2008 worden de aandelen geleverd aan de nieuwe aandeelhouders. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur VPB-navorderingsaanslagen aan X bv op over de jaren 2008 - 2010. In geschil is of de HIR aan de winst moet worden toegevoegd, en of X bv nieuwe boekwinsten aan de HIR mag doteren. Rechtbank Gelderland oordeelt dat het herinvesteringsvoornemen in 2008 niet onafgebroken aanwezig is geweest. De inspecteur heeft de reeds bestaande HIR volgens de rechtbank dan ook terecht aan de winst toegevoegd.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het, gezien de principeovereenkomst, aannemelijk is dat X bv vanaf 17 april 2008 een uitpondingsstrategie heeft gehanteerd met betrekking tot de door haar gehouden onroerende zaken. Dit blijkt uit het feit dat leeggekomen onroerende zaken sinds dat moment niet meer werden aangeboden voor de verhuur. Verder wijst het hof er nog op dat ook het nieuwe bestuur na 20 november 2008 een uitpondingsstrategie heeft gehanteerd. In de jaren 2009 -2010 zijn namelijk geen onroerende zaken meer voor wederverhuur aangeboden en zijn vele onroerende zaken verkocht. Volgens het hof moeten de aankopen die na 17 april 2008 zijn gedaan als voorraad worden aangemerkt. De HIR is dan ten onrechte afgeboekt op de aankoopprijs van deze onroerende zaken.
Lees ook het thema Herinvesteringsreserve: onbelaste boekwinst voor herinvesteren in nieuwe bedrijfsmiddelen
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.54
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 8 mei