Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur de HIR terecht heeft laten vrijvallen. Er is sprake van een belangrijke wijziging van het uiteindelijke belang in X bv, omdat het financiële belang is gewijzigd.
X bv is een beheer- en exploitatiemaatschappij en beschikt over een HIR die per 1 januari 2016 € 1,3 mln bedraagt. A houdt alle aandelen in X bv. Op 22 oktober 2015 schenkt A 5% van de aandelen in X bv aan zijn zoon. Op 2 augustus 2016 schenkt A 95% van de aandelen in X bv aan C bv, een vennootschap waarvan de zoon de aandelen houdt. De zoon draagt vervolgens ook zijn aandelen in X bv over aan C bv. Gedurende 2016 is een bedrag van € 545.000 aan de HIR gedoteerd door de verkoop van een onroerende zaak. De inspecteur corrigeert de VPB-aangifte van X bv. Hij stelt dat het uiteindelijke belang in belangrijke mate is gewijzigd en voegt de HIR en de dotatie aan de HIR aan de winst toe.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur de HIR terecht heeft laten vrijvallen. Er is sprake van een belangrijke wijziging van het uiteindelijke belang in X bv, omdat het financiële belang is gewijzigd. De zoon heeft namelijk niet langer slechts een belang van 5% in de winst van X bv, maar van 100%. Er is daarmee voldaan aan de aandeelhouderstoets. Ook is voldaan aan de beleggingstoets. De bezittingen van X bv in de drie maanden voorafgaand aan de schenking bestonden voor meer dan de helft uit beleggingen. Verhuurde onroerende zaken worden per wetsfictie als beleggingen aangemerkt. Ook de dotatie aan de HIR is terecht aan de winst toegevoegd. Dat geen sprake is van een misbruiksituatie maar een opvolging in de familiesfeer, is niet van belang. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ook het thema Herinvesteringsreserve: onbelaste boekwinst voor herinvesteren in nieuwe bedrijfsmiddelen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.54
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 12a
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Inkomstenbelasting
Editie: 15 januari
Informatiesoort: VN Vandaag