Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de HIR van € 1,5 mln terecht, met toepassing van de foutenleer, heeft laten vrijvallen ten gunste van de winst over 2016, het oudste openstaande jaar. Er is geen reden om af te wijken van dit leerstuk.

De bestuurder van belanghebbende, X BV, en zijn partner houden de aandelen in X BV. In verband met de aankoop van sportvelgen heeft X BV in het verleden leningen verstrekt aan de zonen van de bestuurder en zijn partner. De zonen ontkennen echter dat de leningen nog niet zijn afgelost. X BV boekt in 2016 € 111.000 af op de verstrekte leningen. De inspecteur accepteert de afboekingen niet, omdat ze in zijn ogen onzakelijk zijn. Daarnaast laat hij een HIR uit 2005 van € 1,5 mln ten laste van de winst vrijvallen. X BV is het daar niet mee eens. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de HIR van € 1,5 mln terecht, met toepassing van de foutenleer, heeft laten vrijvallen ten gunste van de winst over 2016. Ten aanzien van de afboeking stelt de rechtbank vast dat de kwijtschelding van de vorderingen niet door zakelijke motieven is ingegeven. Afboeking van het bedrag van € 111.000 ten laste van de winst is niet mogelijk. Het gelijk is aan de inspecteur.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de HIR van € 1,5 mln terecht, met toepassing van de foutenleer, heeft laten vrijvallen ten gunste van de winst over 2016, het oudste openstaande jaar. Er is geen reden om af te wijken van dit leerstuk dat in vaste rechtspraak van de Hoge Raad sinds de jaren 50 van de vorige eeuw is vastgelegd. Het hof overweegt hierbij dat de HIR niet in 2008 is vrijgevallen en dat X BV deze reserve ten onrechte op haar balans heeft laten staan. Ook de afboekingen van de verstrekte leningen zijn terecht gecorrigeerd. Over deze vorderingen bestaat veel onduidelijkheid. Het hof volgt X BV niet in haar stelling dat sprake is van oninbare vorderingen. Zij heeft niet gesteld dat zij maatregelen heeft genomen om de vorderingen te innen. Verder heeft zij niet aannemelijk gemaakt dat zij invorderingsmaatregelen achterwege kon laten omdat de debiteuren geen verhaal zouden bieden. De kwijtschelding van de vorderingen is ingegeven door de wens van de aandeelhouders om de kwestie met de velgen en de daaruit voortgekomen vorderingen op te lossen en daarmee wrevel in de familiesfeer te voorkomen. Dat is geen zakelijke reden. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.54

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Inkomstenbelasting

Editie: 11 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen