Hof Den Haag oordeelt dat alleen de na 2002 gevormde HIR nog in geschil is. De procedure over 2002 is namelijk afgerond door een arrest van de Hoge Raad. De in 2004 en 2008 aan de HIR toegevoegde bedragen vallen in 2010 vrij omdat X bv ultimo 2010 geen herinvesteringsvoornemen heeft.
Omdat X bv voor het jaar 2010 geen aangifte indient, legt de inspecteur een VPB-aanslag 2010 op aan X bv. Hierbij laat de inspecteur een HIR van € 1.796.703 vrijvallen. De inspecteur merkt daarbij op dat hij dat doet omdat voor het jaar 2002 nog een procedure loopt waarin de HIR centraal staat. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur bij het vaststellen van de aanslag terecht rekening heeft gehouden met het vrijvallen van de HIR. De rechtbank stelt vervolgens vast dat de HIR in de procedure over het jaar 2002 voor € 1.780.635 is vrijgevallen. Aangezien de HIR ultimo 2010 op € 2.074.516 stond, stelt de rechtbank de correctie vast op € 293.881 (€ 2.074.516 -/- € 1.780.635). De rechtbank vermindert de aanslag. X bv en de inspecteur gaan in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat alleen de na 2002 gevormde HIR nog in geschil is. De procedure over 2002 is namelijk afgerond door een arrest van de Hoge Raad. De in 2004 en 2008 aan de HIR toegevoegde bedragen van € 625.000 en € 169.854 vallen in 2010 vrij omdat bij X bv ultimo 2010 geen herinvesteringsvoornemen aanwezig is. X bv heeft haar stelling daartoe namelijk onvoldoende onderbouwd. De HIR van € 794.854 (€ 625.000 + € 169.854) staat dan ook ten onrechte op de balans. Het hof stelt de aanslag vast, rekening houdend met het in de aangifte opgenomen verlies van € 17.131 en de vrijval van € 794.854, op € 777.723. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.
Lees ook het thema Herinvesteringsreserve: onbelaste boekwinst voor herinvesteren in nieuwe bedrijfsmiddelen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.54
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 11 juli