Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de historische BPM hoger is dan door X vof in haar aangifte is vermeld, maar dat wel het voordeligste tarief van het jaar van eerste toelating mag worden toegepast, zodat de naheffing alsnog wordt verminderd.
X vof importeert in 2016 een Volkswagen Transporter Multivan 2.0 TSI met een datum van eerste toelating uit 2012. De auto was in 2013 eerder geïmporteerd en in 2015 weer geëxporteerd. In de BPM-aangifte vermeldt X vof als historische BPM € 16.525, zijnde de door de inspecteur herrekende bruto BPM bij de eerste import. Met een afschrijving van 65,75% resulteert dit in € 5660 als de verschuldigde BPM. In geschil is de naheffingsaanslag van € 2169. Volgens de inspecteur is de historische bruto BPM namelijk hoger (€ 22.859), zijnde die van het jaar van eerste toelating. Rechtbank Noord-Nederland stelt de inspecteur in het gelijk. X vof gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de historische BPM € 22.859 is, maar dat wel het voordeligste tarief van 2012 mag worden toegepast, zodat de naheffing alsnog wordt verminderd tot € 1141. Dit is conform het subsidiaire standpunt van X vof. Het beroep van X vof is daarom gegrond. X vof krijgt een proceskostenvergoeding van in totaal € 2302 voor de bezwaar-, beroeps- en hogerberoepsfase. Wellicht had X vof in een eerder stadium kunnen aanvoeren dat het voordeligere tarief van toepassing was, maar de inspecteur beschikte zelf ook over die gegevens. De noodzaak tot het instellen van het hoger beroep vloeide dus niet uitsluitend voort uit de eigen handelswijze van X vof.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 25 september