Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv de gepretendeerde vordering niet ten laste van haar winst kan afwaarderen. Nu over de jaren 2003 - 2005 en 2007 - 2009 geen aangifte is gedaan, en ook geen andere stukken zijn overgelegd, is een en ander namelijk niet te controleren.

Belanghebbende, X bv, houdt de aandelen in Y bv. In haar VPB-aangifte 2010 waardeert X bv een vordering op Y bv van € 348.372 af naar nihil, in verband met het faillissement van Y bv. Verder bedraagt het verlies uit de ondernemingsuitoefening in 2010 € 59.168, zodat het totale verlies € 407.450 bedraagt. Volgens de inspecteur heeft X bv het door haar geleden verlies echter niet of onvoldoende overtuigend aangetoond. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X bv aannemelijk maakt dat de vordering ultimo 2010 geen waarde meer vertegenwoordigt, en dat zij de vordering daarom mag afwaarderen naar nihil. De rechtbank overweegt daarbij dat Y bv eind 2010 failliet is verklaard. Verder merkt de rechtbank nog op dat de inspecteur een en ander onvoldoende inhoudelijk heeft betwist. De rechtbank stelt het verlies over het jaar 2010 vast op € 407.540.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv de gepretendeerde vordering niet ten laste van haar winst kan afwaarderen. Het hof overweegt daarbij dat over de jaren 2003 - 2005 en 2007 - 2009 geen aangifte is gedaan. Verder acht het hof van belang dat X bv ook geen andere stukken heeft overgelegd, zoals jaarrekeningen, facturen of (delen van) de boekhouding, die haar standpunt kunnen ondersteunen. Volgens het hof kan de verwijzing door X bv naar het debiteurenkrediet haar dan ook niet baten. Door het ontbreken van de aangiften of eventuele andere stukken, kan namelijk niet worden vastgesteld of de omzet die aan het gestelde debiteurenkrediet ten grondslag zou moeten liggen werkelijk tot de fiscale winst van de jaren 2003 - 2005 is gerekend. Ook is het mogelijk dat de vorderingen in de jaren voorafgaand aan het jaar 2010 zijn voldaan of al ten laste van de fiscale winst zijn afgewaardeerd. Het hof is het wel met X bv eens dat het resultaat uit de lopende bedrijfsuitoefening op € 59.168 moet worden vastgesteld. De (te laat ingediende) aangifte stemt namelijk overeen met de door X bv in beroep verstrekte balans en verlies- en winstrekening over het jaar 2010. Het hof stelt het verlies vast op € 59.168.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 26 januari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen