Hof Amsterdam oordeelt dat een verschillend rioolheffingtarief voor stacaravans en houten units op poeren leidt tot een onredelijke en willekeurige belastingheffing. 

Belanghebbende, X, is eigenaar van een vakantiewoning op een park in de gemeente Medemblik. Het object bestaat uit twee verbonden, haaks op elkaar geplaatste houten units die zijn geplaatst op poeren. Het object is aangesloten op het riool.

Hof Amsterdam oordeelt dat een verschillend rioolheffingtarief voor stacaravans en houten units op poeren leidt tot onredelijke en willekeurige belastingheffing. Nu deze objecten allebei niet onmiddellijk maar uiteindelijk wel verplaatsbaar zijn, zijn stacaravans en houten units op poeren voor de rioolheffing vergelijkbare gevallen, aldus het hof. De heffingsambtenaar heeft weliswaar gesteld, maar tegenover het gemotiveerde verweer van X niet aannemelijk gemaakt, dat stacaravans in de gemeente gedurende een kortere periode (mogen) worden gebruikt dan houten units als de onderhavige. Voor het verschil in tariefstelling heeft de heffingsambtenaar ook overigens geen op enig relevant verschil te baseren rechtvaardiging gegeven. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en vermindert de aanslag rioolheffing naar het bedrag dat geldt voor een stacaravan.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 2 januari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen