Aan X zijn twee navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd met boeten. In geschil is of er sprake is van overschrijding van de redelijke termijn. Rechtbank Oost-Nederland beantwoordt deze vraag bevestigend. Wel verlengt de rechtbank de redelijke termijn met anderhalf jaar in verband met de bewerkelijkheid van de zaken en het feit dat X lange tijd heeft ingestemd met het aanhouden van de bezwaarafhandeling door de Belastingdienst. Hiermee rekening houdend worden de boeten gematigd met 10% en ontvangt X een schadevergoeding van € 1.000.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de redelijke termijn niet is overschreden. De redelijke termijn moet volgens het hof worden verlengd met de duur van de aanhouding van de bezwaarschriften. Het hof stelt deze termijn in afwijking van de rechtbank vast op twee jaar en zeven maanden. Hiermee rekening houdend is de redelijke termijn niet overschreden. Conclusie is dat de boeten niet worden verminderd en dat X geen aanspraak maakt op schadevergoeding.
Wetsartikelen:
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet bestuursrecht 8:73
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 31 december