Erflater is eigenaar van een vrijstaande woning in de gemeente Woudenberg. Erlater stelt beroep in tegen de WOZ-waarde 2013 van deze woning. Lopende het beroep komt erflater te overlijden en neemt belanghebbende, X, de procedure als erfgename over. Rechtbank Midden-Nederland verlaagt de WOZ-waarde van € 408.000 naar € 387.000 en kent een schadevergoeding toe van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn. De heffingsambtenaar gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank ten onrechte de WOZ-waarde van de woning heeft verlaagd van € 408.000 naar € 387.000. Verder oordeelt het hof dat de redelijke termijn moet worden verlengd met twee maanden vanwege de vertraging van de procedure in verband met het overlijden van erflater. Dit betekent dat de redelijke termijn niet is overschreden, en dat de rechtbank dus ten onrechte een schadevergoeding aan X heeft toegekend. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is gegrond en het hoger beroep van X is ongegrond. Het hof verwerpt de stelling van X dat art. 8:42 Awb is geschonden. X heeft niet kunnen preciseren welke stukken zij overgelegd wenst te zien en waarom die stukken van belang zouden kunnen zijn (geweest) voor de besluitvorming in haar zaak.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 22 september