De inspecteur legt ambtshalve aan X een aanslag IB/PVV 2010 op. X doet daarna (alsnog) aangifte en de inspecteur merkt deze aangifte aan als bezwaarschrift tegen de aanslag. De inspecteur verklaart dit te late bezwaarschrift niet-ontvankelijk maar beoordeelt de aanslag nog wel ambtshalve. Tegen deze ambtshalve verrichte beoordeling stelt X rechtstreeks beroep in. Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep van X ongegrond.
Hof Amsterdam handhaaft in hoger beroep de ambtshalve opgelegde aanslag IB/PVV 2010. Het hof volgt het oordeel van de rechtbank dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan, zodat omkering van de bewijslast moet worden toegepast. X heeft niet doen blijken dat het door de inspecteur in aanmerking genomen bedrag van € 30.000 aan resultaat uit overige werkzaamheden te hoog is. De aanslag is niet naar willekeur vastgesteld, maar berust op een redelijke schatting. Dat X naar eigen zeggen slachtoffer is geweest van identiteitsfraude, doet niets af aan de redelijkheid van de schattingen en aannames van de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 13 oktober